Carnaval

Een uitbundig, drie dagen durend volksfeest (23, 24 en 25 februari 2020). In Nederland oorspronkelijk alleen voorkomend in het katholieke zuiden, maar tegenwoordig ook gevierd in andere delen van het land door katholieken en niet-katholieken. Tijdens de carnavalsdagen zijn er feesten waarop gehost en gedronken wordt en er zijn optochten, waarin soms de draak wordt gestoken met bekende personen en gezagsdragers. De voorbereiding van carnaval begint op elf november, door carnavalsvierders de elfde van de elfde genoemd. Op deze ‘gekkendag’ kiest de ‘Raad van Elf’ de Prins Carnaval van dat jaar. Het tijdstip van de viering van carnaval is afhankelijk van de wisselende datum waarop Pasen jaarlijks wordt gevierd. De zevende zondag voorafgaande aan Paaszondag is carnavalszondag. Op carnavalszaterdag of -zondag nemen de vele Prinsen Carnaval voor drie dagen op rituele wijze de macht van de burgerlijke autoriteiten over in dorpen en steden (de machtsoverdracht of sleuteloverdracht) en vieren met hun onderdanen, de carnavalsvierders, de tijdelijke vestiging van hun narrenrijk. Carnavalsvierders verkleden zich in een door hun gewenste uitdossing en nemen in een driedaagse carnavalsroes bezit van de straat en de cafés. Ook zoeken ze elkaar op in feestzalen. De feestlocaties zijn versierd met maskers en serpentines en de feestmuziek bestaat uit carnavalsrepertoire. Op één van de drie carnavalsdagen trekt de optocht door de straten, de zegetocht van Prins Carnaval. Op carnavalsdinsdag rond middernacht wordt in veel plaatsen in een collectief afsluitingsritueel afscheid genomen van het narrenrijk en zijn Prins. Carnavalsmascottes en symbolen worden dan verbrand, begraven of verdronken. Op Aswoensdag wordt het dagelijkse leven weer opgepakt.

Maha Shivaratri/Grote nacht van Shiva

Op de veertiende avond van de maand Phalguna (februari/maart) wordt het Maha Shivaratri gevierd, een festiviteit ter ere van de god Shiva. De gelovigen vasten op deze dag en houden een nachtwake in een tempel bij het beeld van Shiva. De maan, het symbool van de geest, wordt elke maand in de 14de nacht van de donkere helft van de maan sterk minder in kracht. Wanneer men deze nacht wijdt aan vurige aanbidding van God, dan geeft men daarmee uiting aan het vurige verlangen om de geest te overwinnen. Shivaratri in de tijd van de lente-evening is heiliger dan van die van de andere maanden en wordt daarom Maha Shivaratri (grote nacht van Shiva) genoemd.

Lailat-ul-Meraj (Hemelvaart Mohammed)

De 27ste van de islamitische maand Rajab is de nacht van de hemelvaart van de profeet Mohammed. Deze miraculeuze gebeurtenis wordt ’s avonds in de moskee, in de “gezegende nacht” herdacht. Mohammed vloog op zijn rijtuig, dat Boeraq heette, samen met de engel Jibrail van Mekka naar Jeruzalem en landde op de tempelberg bij de Al-Aqsa moskee. Daar zaten Mozes, Jesaja, Jezus en nog vele andere profeten. Na met hen gebeden te hebben, klom Mohammed naar de zeven hemelen. In de hoogste hemel zag hij Allah. Jeruzalem is, na Mekka, de heiligste stad. Later werd daar de Omar moskee gebouwd.

Valentijnsdag

Op Valentijnsdag kan men een bloemengroet of een kaartje sturen aan mensen die men dankbaar is of op wie men bijzonder gesteld of zelfs verliefd is. Vooral de bloemenhandel en de laatste jaren ook de posterijen spannen zich in om deze gedachte ook in Nederland tot leven te roepen. In Engeland en de Verenigde Staten kent Valentijnsdag een traditie van enkele eeuwen. In Nederland en verschillende andere Europese landen is Valentijnsdag pas bekend sinds de jaren 50 van de twintigste eeuw of nog later.

De datum 14 februari gold als de dag waarop in de derde eeuw twee heiligen met dezelfde naam Valentinus om hun geloof gedood waren en daarom op deze dag vereerd werden. De één was priester in Rome, de ander bisschop van Terni. Niet uitgesloten is dat het toch één en dezelfde heilige betreft. In hun levensloop – voor zover bekend – valt geen enkel aanknopingspunt te vinden met de moderne gebruiken van Valentijnsdag. Tot aan de hervorming van de heiligenkalender van de Rooms-Katholieke kerk in 1969 kon op 14 februari Sint-Valentijn vereerd worden. Daarna is Valentijn als heilige van de kalender afgevoerd. Om in de achteraf geconstateerde leemte te voorzien, is rond het midden van de twintigste eeuw (waarschijnlijk vanuit de bloemenbranche) de “oude legende van broeder Valentijn” bedacht. Deze verschijnt nog regelmatig in allerlei variaties in krantenberichten. Zo zou Valentijn in de middeleeuwen monnik zijn geweest van een Italiaans klooster. Stelletjes die hem bezochten, schonk hij geluksbloemen die hij zelf kweekte in zijn kloostertuin.

 

Toe Bisjvat (Bomenfeest)

Met Toe Bisjevat viert men het ontwaken van de natuur na de winter. Het is vooral een landbouwfeest. Letterlijk vertaald betekent Toe Bisjevat ‘de 15e Sjevat’. Deze dag wordt in de Misjna het nieuwjaar voor de bomen genoemd (Rosj Hasjana La’ielanot).

Oorspronkelijk was deze dag belangrijk bij de toepassing van de wetten over het afdragen van oogst aan de Tempel. Tegenwoordig wordt deze dag wereldwijd gevierd door het eten van fruit dat in Israël verbouwd wordt. Het is de gewoonte voor Joden om op deze dag zoveel mogelijk verschillende vruchten te eten! In Israël worden op Toe Bisjwat vaak bomen geplant door schoolkinderen.

Maria Lichtmis

Maria Lichtmis of kortweg Lichtmis is een christelijk feest dat op 2 februari gevierd wordt. Het is de herdenking van de Opdracht van de Heer in de Tempel en het zuiveringsoffer dat Maria veertig dagen na de geboorte van Jezus volgens de Joodse wet moest brengen; vandaar de Latijnse naam Purificatio Mariae. Het is de laatste feestdag waarvan de datum verbonden is aan die van Kerstmis.
In de Oosterse kerken wordt het feest zoals alle feesten dertien dagen later gevierd, dus op 15 februari.

Op Maria Lichtmis worden traditioneel kaarsen gewijd en een kaarsenprocessie gehouden vóór de mis; vandaar de naam lichtmis. Het is tevens de traditie dat er op Maria Lichtmis pannenkoeken gegeten worden. Dit wordt uitgedrukt in het gezegde: Er is geen vrouwtje nog zo arm, of ze maakt haar pannetje warm.